De huur van je kamer, de boodschappen, uitgaan, kleren en nog veel meer dure dingen. Als student maak je plotseling behoorlijk wat kosten. Toen je nog bij je ouders woonde had je misschien genoeg aan je zakgeld, maar nu zal je er toch aan moeten geloven: een bijbaantje. Bij het vinden van een bijbaantje kan je op verschillende manieren te werk gaan. Misschien ken je via via nog wel iemand die een baantje voor je heeft of zie je bij je favoriete restaurant een briefje op de deur hangen dat ze nog personeel zoeken. Dat is fijn, maar ook als je niet bij toeval iets tegen komt kun je via een studenten uitzendbureau bijna altijd wel aan het werk. Je kan bij zo’n uitzendbureau aangeven in welke sector je wil werken (retail, horeca, schoonmaken of misschien wel als telefoniste) en dan zoeken zij voor jou een leuk baantje. Het is slim om met het zoeken van je baantje rekening te houden met je studie en met wat je later gaat doen. Als je de hotelschool doet is het het slimst om te solliciteren bij een restaurant bijvoorbeeld.

Het enige wat je hoeft te doen als je eenmaal weet waar je wil werken, is een goed CV maken. Je CV is een document waarop jouw persoonsgegevens staan, een opsomming van je opleidingen en een opsomming van je vorige werkgevers. Je begint met een opsomming van je gegevens. Dus je naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres. Zorg er voor dat je e-mailadres er een beetje professioneel uit ziet. Als je e-mailadres “sannehoudtvanhonden@hotmail.com” is, wordt je toch wat minder snel serieus genomen door je potentiële werkgever. Maak dan dus even een nieuw e-mailadres aan. Veel mensen zetten tegenwoordig ook een foto van zichzelf op hun CV. Dit is leuk en je toekomstige baas weet meteen wat voor type hij kan verwachten op het sollicitatiegesprek. Ook hiervoor geldt: professioneel is het beste. Je hoeft echt niet strak in pak met een serieuze kop op de foto, maar een uitgaansfoto of selfie, compleet met duckface, kan nogal afschrikken. Vraag aan je huisgenoot of een vriend om een leuke foto van je te maken waar je er professioneel maar ook vrolijk uit ziet. Dan is je gezicht een goed visitekaartje.

Het volgende punt op je CV zijn je opleidingen. Zet er op op welke middelbare school je hebt gezeten, welk niveau je hebt gedaan en van wanneer tot wanneer je op de middelbare school hebt gezeten. Vermeld er ook op welke opleiding je op dit moment volgt en aan welke ROC, hogeschool of universiteit je dat doet. Het kan slim zijn om er ook de extra dingen die je bij school hebt gedaan er bij te zetten. Als je op school in de debatclub hebt gezeten of de schoolkrant hebt gemaakt, mag je dat er best in zetten. een beetje opscheppen mag op je CV. Als je lid bent van een studentenvereniging kan je dat ook vermelden, zeker als je binnen je vereniging heel actief bent.

Op je CV staat ook een lijstje met eerdere werkgevers. Nu ben jij natuurlijk nog maar net actief bezig met het hebben van bijbaantjes, maar je hebt vast wel iets wat je er op kan zetten. Naast de middelbare school werken veel jongeren in een supermarkt, als je dit hebt gedaan kan je het er zeker op zetten. Ook als je een zomer lang bessen hebt geplukt, af en toe oppast of hockeytraining hebt gegeven kan je dit er op zetten. Ook hierbij mag je best een beetje opscheppen, maar blijf natuurlijk wel eerlijk.

Als laatste kan je er ook nog wat vaardigheden die je belangrijk lijken op zetten. Ben je extreem sportief, sociaal of goed met computers? Dit kan voor je toekomstige baas nét de doorslag geven om je uit te nodigen op een gesprek. Zorg er voor dat je CV er netjes uitziet en dat er geen spellingsfouten in zitten. Het enige wat je nog hoeft te doen is je CV opsturen naar je nieuwe werkgever of het uitzendbureau en een goede indruk maken op je sollicitatiegesprek. Simpel toch?